Het is woensdag in de schrijfweek op Mallorca. Met onrust in mijn lijf sta ik op. Ik voel een huilbui vastzitten net onder mijn navel. Samentrekkende keelspieren melden mijn brein dat er iets uit moet, maar hoe? In de douche probeer ik te huilen. Het lukt niet. Fluitende vogels en geurende bloemen kalmeren me niet. Shit. Met mijn ontbijt, een bord Griekse yoghurt, wat walnoten en fruit, loop ik met tegenzin naar buiten, naar het licht. Ik weet dat daar nog iemand is, hoorde geschuifel van een stoel. Wil ik mijn onderdrukte emotie laten zien? Zucht. “Goedemorgen.” Minke zit te zwoegen op haar ‘best salesmail ever’. Wil haar niet storen met mijn sores, maar het moet gevoeld worden, het vraagt om een uitbarsting. “Minke, ik moet even huilen.” Ik huil zachtjes, zucht. Minke zucht mee zo lijkt het. Zij zucht over haar salesmail, en toch voelt het alsof er ruimte komt door dit samen ademen. Zuchten, uitpuffen, armen zwaaien mee. Dat lucht op. Mariella komt het toneel op en gaat geruisloos mee in de scène. Het voelt oké om vrouwelijk, kwetsbaar te zijn. Herkenning in onze blikken. Wie was daar niet? Minke oppert: “Welke muziek, Whitney Houston?” “Nee, die niet.” “ACDC?” “Ja!” We dansen als hippies met blote voeten op de stenen, haren los, gezicht naar de zon. Aardend, loslatend en lekker gek. De zwaarte in mijn lijf breekt in brokstukken. Onnodige ballast via zoute tranen en zwetend dansen een donatie aan het universum. Ruimte. En dan roept de agenda. We rennen naar onze afspraak van 10 uur, komen licht hijgend binnen.
Dansen op een volle markt
Na de workshop over structuur, die ik al aardig los probeerde te schudden vanmorgen, naar de lokale markt (in Sineu). Zachte zonnewarmte, een tiener met een grijze inktvis op zijn hoofd, een rokende macho op het balkon, hippiejurken die Lieve leuk vindt en dan is er het plein. Op het centrale plein staat een restaurant met de naam Ca’n Paco. Met een touch een foto voor mijn zoon, die ook zo heet, gewhatsappt. Een Spaans lijntje heb ik toch (dat klinkt opeens wat Vlaams, onder invloed van Lieve?).
Het blijft bevreemdend om de toeristen met mondkapjes rond te zien lopen. Is het een scène uit een niet-zo-grappige horrorfilm? Kraampjes met sieraden, kleding, fruit en keramiek. Geuren van bestelde lunches drijven langs. En dan: muziek. Een Spaans liedje dat ik niet ken, maar Mariella die half Spaans is, zwijmelt weg. Eerst met mondkapje, maar echt dit is te idioot hup weg, dans ik gewoon daar voor die keramiekkraam in het looppad. Duitsers die teveel gegeten hebben, wijken wat onhandig naar achteren. De Spanjaarden lachen juist, muziek raakt de ziel. Zij snappen dat. Ultieme happiness: zon, muziek en dansen. Al ben ik de enige die danst, het maakt me niet uit. De sensatie van puur zomers zijn na dat shitty coronajaar is als de bubbels in de champagne. Zoals licht aangeschoten zijn van een ijskoude cava.
Mariella in het zwart laat haar Spaanse bloed spreken en danst mee. Here comes the sun and I say, It’s allright. We kijken elkaar aan en lezen elkaars gedachten. Nu op een terras zitten, dat kan toch niet nu we moeten schrijven? Ik bijt op mijn lip, denk, overweeg, zucht en ga zitten op het terras. Er is geen houden aan. Het kan. En dus moet het nu. Als de politieagent de muzikant over permissos gaat zeuren, vertelt Mariella dat hij ons leven heeft gered. Zo belangrijk was hij. Intens gelukkig, oké ook met wat witte wijn erbij, wiegen we later naar onze schrijversvilla. De personagesbeschrijvingen heb ik afgemaakt, vraag me niet hoe.
Pizza, turbulentie en massage
De lokale Tomassini serveert heerlijke pizza. Daarvoor zit je wel pal naast een drukke weg en het treinspoor. Tot 18 uur mag je wel binnen zitten, daarna niet. De coronaregels zijn niet te snappen, complete willekeur. Er is veel afleiding. Die man laat zijn bruinwitte hondje in de auto achter in het zicht en gaat zelf bier drinken. Daar vinden we wat van. We houden hem angstvallig in de gaten. Het loopt goed af. Het bezoekje aan het hotel van Anne-Lies brengt veel teweeg. Ze heeft het hotel voor haarzelf, een ruime kamer én een eigen badkamer. Allure zeg maar. Willen wij dat eigenlijk ook niet? Oproer dreigt. Er wordt slecht geslapen en onrustig gedacht. De volgende morgen na de workshop door Jan-Willem Gerth van Van Brug Boeken over de relatie tussen ons boek en de uitgever, boeiend, wordt de lucht geklaard. Alles is anders. Aannames kloppen niet. Oplossingen worden gevonden. Na de hemelse massage door Diana, die me vertelt dat ik met mijn handen mijn buik mag helen, ik niet alleen ben en dat mijn leven gaat veranderen, zweef ik terug naar mijn laptop. Wat een herinnering om te koesteren. Ik vond mezelf terug in die tuin met bedwelmende bloemengeuren, wind en zon gekust.